Nieuws
Alle nieuwsberichten op een rij
“Ga simpelweg naast iemand staan”
Leestip: interview Andries Baart

Andries Baart is theoloog, filosoof en grondlegger van de presentiebenadering, die in al het werk van Handjehelpen centraal staat. In een eerder interview stellen Handjehelpens Julia Muller en Angelique Heerdink hem vragen over kwetsbaarheid, nabijheid en de positie van de vrijwilliger daarin.
Angelique: “Andries, in de samenleving zien we steeds meer categorisering. We spreken over mensen met dementie, mensen met eenzaamheid, mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid, noem maar op. Ik vraag me soms af wat er nog overblijft, wat is nog “normaal”?
Andries: “Ik herken wat je zegt. Voor elk probleem hebben we een loket, een studierichting, een functionaris. Als je zo denkt, moet je in feite verstand hebben van een bepaalde aandoening of probleem om iemand te kunnen helpen. Vanuit de presentiebenadering draaien we dat eigenlijk om. Natuurlijk, kennis is belangrijk, maar maak nu eerst maar eens gewoon contact. Ga met iemand in gesprek, open en belangstellend. Kijk maar waar diegene mee komt, laat hem zich tonen. Het zou kunnen zijn dat iemand over eenzaamheid begint, maar het zou ook kunnen dat achter die eenzaamheid schulden blijken te zitten. En misschien daarachter weer huiselijk geweld. Problemen hebben vaak een gelaagdheid, die moet je ontrafelen. Een vaste mindset kun je daarbij niet gebruiken.
“Maak eerst maar eens contact.
Ga in gesprek, open en belangstellend.”
Het vraagt om een houding van “niet weten”; je mag mij interrumperen als ik te snel ben met mijn conclusies, je mag mij corrigeren, je mag het ook stapsgewijs doen. Veel mensen hebben de behoefte om eerst af te tasten. Pas na een poosje laten zij zich echt zien. Dus aansluiten, belangstellend zijn, meebewegen en de moed hebben om je te laten verrassen.
Julia: Zou dit voor vrijwilligers niet makkelijker zijn dan voor professionals? Zij hebben immers geen agenda, geen vooropgezet plan en daardoor in feite meer ruimte.
Andries: “In de praktijk zien we dat het best veel gevraagd is om naar iemand toe te gaan en een oefening van geduld uit te voeren. Mensen zijn snel geneigd anderen in de rede te vallen, in te vullen en conclusies te trekken. Je laten verrassen is best een opgave. Ook voor vrijwilligers.
Julia: Nog niet zo makkelijk dus. Toch is in Nederland de bereidwilligheid om vrijwilliger te worden behoorlijk.
Andries: “En het aantal vrijwilligers dat zich inzet is door Corona ook nog eens toegenomen. Er heerst in onze samenleving kennelijk een diep gevoel van solidariteit. Of is dat eigenlijk een goed begrepen eigenbelang? Als ik nu solidair ben voor jou dan ben jij dat straks - als het nodig is - voor mij. Kwestie van verstandig uitruilen dus. Dat zou nog niet zo gek zijn, want kwetsbaar zijn we in feite allemaal. De grens naar kwetsbaarheid is dun. Je kunt vandaag krachtig en morgen kwetsbaar zijn. Als je je baan kwijt raakt, je huwelijk strandt of je kind problemen ontwikkelt bijvoorbeeld. In de ene periode zijn we meer de gevende partij, in de andere meer de ontvangende. Het verschil in kwetsbaarheid is niet principieel, het is enkel een verschil in tijd. Niemand is gevrijwaard van kwetsbaarheid.
“Het verschil in kwetsbaarheid is niet principieel, het is enkel een verschil in tijd. Niemand is gevrijwaard van kwetsbaarheid.”
Angelique: “Misschien is het daarom ook zoveel makkelijker om hulp te geven dan om hulp te vragen. Mensen zijn vaak bang voor kwetsbaarheid. Maar hoe kun je als vrijwilliger dan toch naast iemand gaan staan?”
Andries: “We moeten af van de scheve verhouding inderdaad. De een geeft en de ander ontvangt.
Geef iemand ook eens de kans iets terug te doen. Door bijvoorbeeld wel eens op een uitnodiging om te blijven eten in te gaan. Zo hef je iets van die asymmetrie op. En laat ook eens iets van jezelf zien. In de beroepspraktijk worden mensen nog steeds getraind om niet over zichzelf te praten, maar toch is het goed om dat soms wel te doen. Dat je ook eens vertelt over kwetsbare momenten of fouten die je gemaakt hebt. Toon je medemenselijkheid, daarmee wordt het gelijkwaardiger.”
Julia: “Heb je nog meer tips voor vrijwilligers op dit punt? Hoe kun je nou op een goede manier aansluiten bij de hulpvrager?”
Andries: “Besef allereerst dat het een houdingskwestie is. Je bent niet de wetende partij. Je komt van mens tot mens. En weet “jij nu, ik morgen”; die ander is niet zo heel anders dan jij. Probeer open en belangstellend te zijn, want je wil op iemands spoor komen. En streef naar gelijkwaardigheid; jij bent niet de enige die geeft, een ander kan ook teruggeven. Het draait in feite allemaal om de relatie.”
Angelique: “Best lastig allemaal. Zelfs in het gewone leven is het al zo moeilijk om op iemands spoor te raken en goede relaties te onderhouden.
“Een vrijwilliger is geen duizend dingen doekje.”
Andries: “Ja, het is niet persé makkelijk. Zo van: nu trek ik mijn vrijwilligersjasje aan ben ik helemaal belangstellend. Dat zou ook een rare vertoning zijn natuurlijk; het is wel handig om een beetje congruent te zijn. En daar komt ook het grote verschil tussen een professional en een vrijwilliger om de hoek kijken. Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken; een vrijwilliger is een vrijwilliger is een vrijwilliger. Je hoeft niet alles te weten, je mag als medemens komen. Het gaat er enkel om dat je je open stelt en in iemand probeert te verplaatsen. Dat je iets probeert te begrijpen van de wanhoop, de eenzaamheid of wat er dan ook speelt. Je hoeft niks op te lossen. Sterker nog; heel vaak kan dat helemaal niet.”
Julia: “Dan gaat het dus om “verdragen”?
"De pijn blijft, maar wordt wel draaglijker door nabijheid.
Andries: “Inderdaad. Bij heel veel hulpvragen, denk aan eenzaamheid, ouder worden of een psychische kwetsbaarheid, valt er helemaal niks op te lossen. Het is een gegeven. Het gaat om acceptatie, verdragen. Ga simpelweg naast iemand staan en draag mee. Een vrijwilliger is geen duizend dingen doekje en heeft geen toverstokje. Dat hoeft ook helemaal niet. De pijn blijft, maar wordt wel draaglijker door nabijheid.