Tracking cookies

Om onze website nóg makkelijker en persoonlijker te maken zetten we cookies (en vergelijkbare technieken) in. Met deze cookies kunnen wij en derde partijen informatie over jou verzamelen en jouw internetgedrag binnen (en mogelijk ook buiten) onze website volgen. Als je hier mee akkoord gaat plaatsen we deze trackingcookies.

Ja, ik geef toestemmingNee bedankt

Nieuws

Alle nieuwsberichten op een rij
2 oktober 2023

Stagiairs in de informele hulpverlening

Een interview met Irene Domburg
Stagiairs in de informele hulpverlening

Dit interview werd gepubliceerd door De Eerstelijns.

Handjehelpen is in de provincie Utrecht al meer dan veertig jaar actief om ondersteuning te bieden aan mensen die dit nodig hebben. Opvallend aspect hierbij is de inzet van stagiairs van mbo en hbo. Een inzet die voor de stagiairs zelf een waardevolle leerschool is en die door de hulpvragers zeer gewaardeerd blijkt te worden. Directeur Irene Domburg doet daarom een oproep: laat ons (vrijwilligers) organisaties overal in het land uitleggen en ondersteunen om dit ook te gaan doen.

Uit burgerinitiatief kunnen waardevolle dingen ontstaan en Handjehelpen is daarvan zeker een goed voorbeeld. In 1979 vond een groep ouders met kinderen met een beperking elkaar. Ze organiseerden vrijwillige inzet om ervoor te zorgen dat ze de druk van een gezin met een kwetsbaar kind konden volhouden.

Flash forward naar 44 jaar later, nu. “Feitelijk doen we nog precies hetzelfde”, zegt Domburg, “mensen met een kwetsbaarheid ondersteunen als die het zelf even niet redden. Ons uitgangspunt is dat we aansluiten bij wat de hulpvrager nodig heeft. De presentiebenadering van Andries Baart en het gedachtegoed Positieve Gezondheid van Machteld Huber staan daarbij voorop.” Maar er is wel wat veranderd. Om te beginnen is, wat na verloop van tijd Handjehelpen ging heten, enorm gegroeid. “Zeker sinds meer zorg naar de gemeenten kwam, met de opdracht van optimale samenwerking met wijkteams en zorg. Begrijpelijk, want bij zelfredzaamheid hoort ook dat je ondersteuning kunt krijgen vanuit je netwerk en vrijwilligersorganisaties. Maar een veel grotere verandering kwam met de realisatie, zo’n vijftien jaar geleden, dat we met steeds complexere hulpvragen te maken kregen. Vrijwilligers waren daarvoor niet altijd de meest geschikte personen. Vandaar dat we met stagiairs zijn gaan werken.”

Onderscheidend vermogen

Organisaties die hulpvragers en hulpgevers bij elkaar brengen, zijn niet uniek. Maar de grote inzet van stagiairs is wel iets wat Handjehelpen onderscheidt van andere soortgelijke organisaties. “Inmiddels zijn dat er al meer dan vierhonderd”, zegt Domburg, “allemaal afkomstig van de mbo’s en hbo’s, grotendeels in onze werkregio in de provincie Utrecht. Bij de hbo’ers gaat het om onder andere vaktherapie, verpleegkunde, sociaal werk, toegepaste psychologie of pedagogiek. Bij de mbo’ers om sociaal maatschappelijke dienstverlening, begeleiding van specifieke doelgroepen of de associate degree health and social work.”

Handjehelpen werkt hiervoor nauw samen met de mbo’s en hbo’s. De stagebegeleiders zijn betrokken bij de intervisiesessies die Handjehelpen verzorgt en de medewerkers geven soms les op de hogescholen. “Zo verweef je twee werelden met elkaar en haal je daar voor beide partijen het beste uit”, zegt Domburg. Die medewerkers – 39 stuks – zijn professionals, meestal in de sociale hoek, op hbo- of wo-niveau. Ze werken als regio- of stagecoördinatoren. De regiocoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de contacten met de gemeente. Ze doen de intake met hulpvragers en vrijwilligers, maken de match en begeleiden de eerste paar maanden het contact tussen de hulpvrager en de hulpgever. De stagecoördinator begeleidt de stagiairs.

Zonder zorgplan

Voor de stagiairs is het in het begin altijd wennen om de professionele blik waarin ze worden opgeleid thuis te laten. Domburg: “In het begin denken ze ‘Wat doe ik hier?’. Ze komen bij mensen achter de voordeur zonder zorgplan. Maar als het contact met de hulpvrager eenmaal ontstaat, merken ze wat ze kunnen toevoegen. Soms ontdekken ze dan ook wat de doelgroep is waarop ze zich na hun opleiding in hun werk willen gaan richten. Ze doen veel ervaring op. Het aansluiten bij de ander en zo ontdekken wie iemand is en wat diegene nodig heeft, is een vaardigheid die je juist als aankomend professional moet ontwikkelen. Ze leren bij ons hoe ze kunnen aansluiten bij wat de hulpvrager nodig heeft, en hoe ze, als ze later hun vak gaan uitoefenen, samenwerken met andere formele en informele organisaties.”

Gaandeweg melden zich minder vrijwilligers aan, stelt Domburg. “We krijgen ze nog wel, maar het aantal is ten opzichte van 2022 gehalveerd”, zegt ze. “De tendens is een beetje om kortstondig iets te doen. Maar als je in een gezin met een kind met autisme komt, is langere ondersteuning nodig. Het zijn geen klusjes die je doet. Het gaat om mensen met dementie of lichamelijke beperkingen, mensen met een licht verstandelijke beperking, gezinnen met een zorgintensief kind, mensen met niet-aangeboren hersenletsel, noem maar op.

"Het uitgangspunt is altijd: aansluiten bij het gewone leven. Een maatje dat met je gaat vissen omdat je dat altijd al deed.”

Netwerk

Handjehelpen werkt lokaal, maar doet dit wel in achttien gemeenten in de provincie Utrecht, onder andere in de hoofdstad. “We leren van elkaar”, zegt Domburg, “en door die brede aanwezigheid zijn we ook een gesprekspartner op regionaal niveau, bijvoorbeeld in de opzet van de regioplannen in het kader van het Integraal Zorgakkoord.” Ook maakt Handjehelpen deel uit van het sinds 2015 bestaande Netwerk Informele Zorg Utrecht. “In dit netwerk hebben alle partijen in de informele zorg die in de stad actief zijn de handen ineen geslagen”, zegt ze. “Ambassadeurs informele zorg fungeren in de wijk als spin in het web. Zij weten of het handig is om informele zorg in te zetten, en weten dan ook waar iemand het best terecht kan. De ambassadeurs worden ook ingezet in de jeugdteams, om nieuwe medewerkers te leren kijken met een informele bril.”

Het aantal koppelingen dat Handjehelpen maakt, bedraagt op jaarbasis ongeveer 2.600. “Dat aantal neemt toe”, zegt Domburg, “Hulpvragers weten ons goed te vinden. En we doen ook moeite om in beeld te komen bij huisartsen, maatschappelijke partners en scholen, die naar ons kunnen verwijzen. Het feit dat het aantal hulpvragers groeit, heeft ook te maken met de door de politiek in gang gezette ontwikkeling dat mensen zoveel mogelijk dingen zelf en met elkaar moeten doen. Die gedachtegang is prima, maar met de bezuinigingen die ermee gepaard gaan, wordt het wel een uitdaging om die informele hulp te organiseren.”

Persoonlijke groei

Dat de stagiairs inderdaad leren wat de toegevoegde waarde is van informele ondersteuning blijkt uit het feit dat ze, als ze hun professie gaat uitoefenen in het werkgebied van Handjehelpen, nogal eens bellen met de vraag voor een maatje voor hun cliënt. Domburg: “Stagiairs die via ons kennis gemaakt hebben met de informele zorg, zijn gegroeid in hun kennis en handelen.”

Dat zou breder kunnen worden benut, vindt ze.  “Ik ben ervan overtuigd dat onze aanpak niet alleen in onze Utrechtse regio, maar in het hele land waardevol kan zijn”, zegt ze. “De komende jaren willen we daarom vrijwilligersorganisaties elders in het land ondersteunen in onze aanpak, zodat ze daar zelf ook mee aan de slag kunnen. Iedereen die hier interesse in heeft, mag mij benaderen. In Apeldoorn zijn we nu een half jaar op deze manier bezig en dat ziet er heel veelbelovend uit.”

Wat de organisatie nu al doet, is ketenstages begeleiden. “Hierbij loopt bijvoorbeeld een student verpleegkunde drie dagen in het verpleeghuis stage en een dag via ons in de informele zorg”, vertelt Domburg. “Op die manier ontdekken ze hoe die twee werelden zich tot elkaar verhouden en wat ze van elkaar kunnen leren. We werken hiervoor bijvoorbeeld samen met diverse zorgaanbieders in de ouderenzorg. Daarbij nemen wij de aanbieder de begeleiding van de student uit handen.”

Waardering

De acceptatie van de stagiairs is groot onder de hulpvragers. Domburg: “Zij weten dat ze geen formele, maar informele inzet krijgen. Ouderen vinden het fantastisch als hiervoor een jong iemand komt. En gezinnen met een zorgintensief kind vinden het prettig. Niet alleen omdat de stagiaire het gezin ondersteunt, maar ook omdat ze het leuk vinden zo’n jongere te leren hoe zo’n gezin functioneert.”

Het overgrote deel van de hulpvragers komt via een wijkteam, het maatschappelijk werk, de huisarts of de school in contact met Handjehelpen. “Maar er zijn ook mensen die ons zelf bellen omdat ze over ons hebben gehoord of ons hebben gevonden op internet”, zegt Domburg. “Ik denk wel dat er nog veel meer mensen zijn die onze inzet kunnen gebruiken.”

Van domeinstrijd tussen vrijwilligersorganisaties is geen sprake, zegt ze. “Wel zien we in de jeugdzorg nog dat professionals het moeilijk lijken te vinden om los te laten en informele ondersteuning de ruimte te geven. “Ook wel begrijpelijk, gezien het feit dat zij bijna hoofdelijk aansprakelijk zijn voor hun cliënten. De jeugdzorg is ook nog niet zo lang gewend aan het idee dat niet alles met professionals hoeft te worden gedaan. Maar dat is geen domeinstrijd, het is gewoon wennen. Waarbij het trouwens ook een inspanning is om als aanbieders van formele en informele ondersteuning elkaars taal te leren spreken. Dat gaat wel lukken, maar het kost tijd. Ik hoop dat ons die in de beoogde transities wordt gegund.

 Terug