Logo Handje Helpen
categorieen

Dankbaar dat ik een voorbijganger mocht zijn

Mijn verhaal over Tibbe
Dankbaar dat ik een voorbijganger mocht zijn

Soms is een verhaal te mooi om niet te delen. Vrijwilliger Maurice tekende dit indrukwekkende verhaal van zijn waardevolle contact met Tibbe op.

Waarom besta ik?

De stille tranen zijn het moeilijkst. Ik snapte niet goed wat Tibbe ermee bedoelde. Natuurlijk had ik me er een voorstelling van gemaakt: deze kennismaking met een jonge man van net 23, klaar met het leven en in een euthanasietraject. Die kennismaking overweldigde me. Ik voelde me nederig tegenover zoveel wijsheid in een jong mens. Die me toevertrouwde dat hij me nu zijn ‘binnen Tibbe’ liet zien. Een jongen die al zoveel meegemaakt heeft. Trajecten, opnames, medicatie die zijn suïcide-neiging onderdrukt maar die hem emotioneel verdooft. Schizofreen, depressief. Stemmen in zijn hoofd. Autistisch met trots. Die zijn kracht én zijn zwakte kent. Die de afgelopen jaren in de overdrive geleefd heeft. “Ik ben klaar. Dit is mijn pensioen. Het is goed.” Is wat hij zei.

Later hadden we het over hokjes en hokjesdenken: “ik pas in geen enkel hokje, ik ben het hokje” zei Tibbe. “Maar binnen dat hokje zijn weer allerlei vakjes waar een deel van mijn persoonlijkheid in te vinden is”. Tibbe de autist. Tibbe de broer. Tibbe de jongeman in een euthanasietraject. Het begint me te dagen wat Tibbe bedoelde, toen hij het had over de overdrive waarin hij leeft. Hij vertelde me hoe hij als jochie van zeven al met de grote levensvragen rondliep. ‘Waarom besta ik?’ ‘Waarom bestaat de wereld?’ Vragen waarop hij met een snel antwoord geen genoegen nam. Of de antwoorden die hij kreeg hem teleurstelden weet ik niet, maar het was ook de periode in zijn leven waarin hij als eerste aangaf niet meer te willen bestaan.

Tekeningen

Ik probeer me een leven voor te stellen waarin ik niets zomaar aanneem. Wat een intens leven. Een intensiteit die ook veel goeds heeft gebracht, zie ik in. Tibbe laat me de tekeningen van het binnenste van zijn hoofd zien, tien jaar geleden gemaakt en zorgvuldig bewaard. Ik zie verdiepingen waar slechte gedachten in opgesloten zitten. Deuren en liften die soms wagenwijd openstaan, en soms op een kier. Een controlekamer bovenin, die me erg doet denken aan de ruimte waarin Tibbe nu woont. Nu snap ik wat hij bedoelde met ‘Ik ben het hokje, de hokjes die zitten in mij’. Het vuur waarmee Tibbe vertelt raakt me. Zelf geamuseerd door zijn rijke fantasie als twaalfjarige. De teksten die als toelichting om de tekeningen heen staan raken me. Het handschrift van zijn moeder, die de waarde inzag. De liefde waarmee Tibbe over haar praat.

Langzaamaan krijgt ook Tibbes wens om tot een levensboek te komen kleur. De tekeningen, het feitelijke overzicht van schoolwisselingen en opnames. Het lijstje met alle 24 hulpverleners. Misschien straks ook delen uit mijn schrijfsels. “Waarom wil je dit maken”, vraag ik hem. “Voor mijn tantes, die te ver van me af staan om me echt te begrijpen, maar dichtbij genoeg om mijn verdriet te voelen”.  De tantes, die tevens symbool staan voor al die mensen die met de beste bedoelingen willen helpen, maar die Tibbes eenzame stille strijd alleen maar vergroten.

Zonder oordeel

Ik had Tibbe al eerder verteld over de verslagjes die ik na elk bezoek maak. En hem voorgesteld om zelf ook zo’n verslagje te maken. Anderhalve week geleden ontving ik zijn tekst. Om eerlijk te zijn: ik kon er geen touw aan vastknopen. Het leek me een mooie opdracht om onze volgende ontmoeting te benutten om de tekst samen te vertalen. Dat vond Tibbe een goed idee.

Hij beschreef mij als iemand bij wie hij zijn verhaal kwijt kon. Ontspannen en zonder oordeel. Dat we in gesprekken niet bleven hangen in ‘o wat erg’. Dat het hem zelf ook verbaasde hoe dichtbij hij me liet komen en hoeveel hij van zichzelf liet zien. Anders dan de hulpverleners die altijd wat van hem willen en zijn vrienden en familie die zich zoveel zorgen maken. Tibbe gaf aan dat hij het belangrijk vond dat mensen zijn euthanasiewens respecteerden en hem niet probeerden van zijn wens af te brengen. En hij beschreef dat hij me daarvoor dankbaar was.

Ik voel trots. Maar wat doe ik nu helemaal? Ik ben mezelf, ik speel geen rol. Ik luister, zonder oordeel, uiteraard. Want wie ben ik? Ik ben een betrokken voorbijganger. Zonder belang, zonder missie anders dan van betekenis willen zijn. Ons gesprek van vandaag is ontspannen. Een uur is zo verstreken.

Het is rond

Dan komt zijn proces in een stroomversnelling. Er is een euthanasiedatum. Tibbe geeft aan dat hij de komende maanden wil benutten om zijn uitvaart voor te bereiden. Een afscheidsvideo opnemen. Tekst voor op de rouwkaart. Zorgvuldig tot in de kleinste details. Ook wil hij nog met oude en nieuwe vrienden afspreken. Hen bijpraten over zijn situatie, zorgzaam om ze niet te laten schrikken van zijn overlijdensbericht straks. Het is rond. Ik heb Tibbe door een moeilijke periode geholpen. Hem zijn gedachten helpen ordenen en te formuleren. Ik heb gedaan wat ik kon en waar ik goed in ben. Nog één keer spreken we af, over twee weken, om afscheid te nemen.

We blikken terug op de afgelopen maanden. Een periode van onzekerheid, stilstand van zijn euthanasietraject. Over wat we voor elkaar betekend hebben. Het gesprek valt stil. Ik wens hem nog één keer het beste. Een mooie intieme tijd met zijn familie. Een handdruk en ik stap weer op de fiets.

Terug naar huis voel ik dankbaarheid. Dankbaar dat ik een voorbijganger mocht zijn.

Dit is een samenvatting van het verhaal van Tibbe. Het hele verhaal lees je hier.

Maakt dit artikel iets in je los en wil je daarover praten? Neem 24/7 gratis en anoniem contact op met 113 Zelfmoordpreventie via 0800-0113 of chat op 113.nl.

 Terug